Vanaf 27 januari komt Museum Maassluis met een tentoonstelling die helemaal is gewijd aan de trekschuit. In de expositie leren bezoekers meer over het vervoersmiddel dat tussen 1645 en 1891 vertrok uit Maassluis richting Delft, en weer terug.
Men is druk bezig een (halve) trekschuit te bouwen.
Zaterdag 27 januari a.s. wordt de opening van de tentoonstelling door Leo Lauwaars verricht.
De trekschuit “De Goude Leeuwin” is van het type Snik. Omdat de trekschuit in Maassluis aan het begin van deze eeuw handmatig door vrijwilligers is nagebouwd op basis van oude tekeningen, is dit dus Den eerste Snik.
De naam is afkomstig van het Romeinse snacca, dat ‘soort scheepje’ betekent. Het is een overdekt vaartuig van 12,30m lang, 2,68m breed en 2,20m hoog .
Tussen 1645 en 1891 voeren dagelijks drie trekschuiten De reis duurde ongeveer twee uur voor de ruim 13 kilometer.
Toen werd er voornamelijk haring en andere vis naar Delft vervoerd. Ook kwamen er gegoede burgers en kooplui en aan boord. De laatsten hadden hun koopwaar bij zich en mochten 2e klasse zitten. Helaas kregen de viswijven hun plaats buiten het overdekte gedeelte toebedeeld. Één keer raden waarom???
Sinds 2021 vaart de trekschuit door de Noordvliet naar Bommeer, de Vlaardingsevaart of Delft. Ook zijn we naar Leiden geweest om De Rembrandtdagen op te fleuren.
Er zijn zelfs Zoet-Zout reizen, waarbij gebruikgemaakt wordt van de trekschuit én een postkoets!